Wintertips voor uw huisdier

Als de winter weer in aantocht is, halen we voor onszelf de winterjas, muts en handschoenen te voorschijn. Maar wat kunnen we doen om onze huisdieren te beschermen en wanneer is dat echt nodig?

Honden

Door de verwarming van onze huizen is het ook in de winter binnen lekker behaaglijk. Veel honden krijgen daarom geen echte wintervacht meer. Voor de meeste is dat geen probleem. Voor sommige dun behaarde rassen en oude of zieke honden kan bescherming tegen vrieskou door middel van een dekje nodig zijn. In het algemeen geldt dat honden die buiten lekker actief zijn voldoende warm blijven. Begint uw huisdier echter te rillen, dan heeft hij het koud. Let vooral op bij kleine honden.

Laat uw hond niet met een natte vacht buiten, een natte vacht isoleert slecht. Laat dieren bij vrieskou niet in een auto achter want daar wordt het net zo koud als buiten. Bovendien kunnen ze zich in de auto onvoldoende bewegen om warm te blijven.

Sneeuwballen gooien is natuurlijk echt winterplezier, maar doe dat liever niet met uw hond. Veel honden bijten de sneeuwbal kapot en eten hem op. Dit kan maag- en darmklachten veroorzaken.

Houd er op onbekend besneeuwd terrein rekening mee dat geursporen sneller zijn uitgewist waardoor de hond de weg terug niet kan vinden. Mocht het mis gaan dan is de kans dat de vinder contact met u opneemt veel groter als het dier gechipt en geregistreerd is.

Sommige heldhaftige honden gaan graag het ijs op, maar kunnen niet inschatten of het ijs te dun is. Als een hond door het ijs zakt, zal hij er moeilijk zelf weer uit kunnen komen: de spieren zijn door de kou al snel niet meer zo gewillig en er is nauwelijks houvast. Bovendien worden er bij een reddingspoging ook mensen in gevaar gebracht. Houd uw hond dus liever op het vaste land of leer uw hond te wachten op uw toestemming voor hij het ijs op mag.

Als de wegen glad zijn, wordt er gestrooid met pekel. Het zout kan irritatie van de voetzooltjes geven. Dit kunt u voorkomen door de voetzooltjes voor het uitlaten even in te smeren met vaseline. Bij thuiskomst kunt u de voeten afspoelen met lauw water en vervolgens even goed afdrogen.

Katten

Katten kunnen ook ’s winters gewoon naar buiten, mits u ervoor zorgt dat ze te allen tijde naar binnen kunnen via bijvoorbeeld een kattenluikje. Een kat zal wanneer het buiten te koud is uit zichzelf weer een warme plaats opzoeken. Als de kat niet naar binnen kan, bestaat het risico dat ze andermans garage opzoekt en daar per ongeluk opgesloten wordt. Veel kattenluikjes werken met magneetjes: controleer bij dergelijke luikjes voorafgaand aan de winter altijd even de magneetjes en vervang ze indien nodig om te voorkomen dat het luikje steeds open waait.

Een warm motorblok heeft op veel buitenkatten een enorme aantrekkingskracht. Check in de winter daarom, voordat u de auto start, altijd even of er geen kat onder de auto zit of geef even een klopje op de motorkap.
Omdat katten in de wintermaanden meer tijd binnen doorbrengen, zullen ze ook vaker hun behoefte op de kattenbak doen in plaats van buiten. U moet misschien de kattenbak wat vaker verschonen.

Konijnen

Volwassen konijnen kunnen prima het hele jaar door buiten worden gehouden. Als ze buiten gewend zijn, ontwikkelen ze een wintervacht waarmee ze zich ook bij strenge vorst warm kunnen houden. Zorg er wel voor dat de konijnen zich warm kunnen ingraven in bijvoorbeeld een dikke laag stro en dat het nachthok wind- en waterdicht is. Plaats het hok zo dat er geen noordenwind in kan waaien. Als het erg hard vriest en het waait, kan het nuttig zijn om vooral ’s nachts ook het open deel van het hok af te schermen met bijvoorbeeld plexiglas of een deken zodat er geen koude wind in waait. Natuurlijk moet er wel lucht in het hok kunnen komen dus dek niet de hele voorkant af.

Zorg er bovendien voor dat u tenminste twee konijnen hebt: konijnen zijn gezelschapsdieren en houden elkaar bovendien lekker warm.

Heeft u een hok met een ren daar aan vast, dan kunt u de konijnen zelf laten kiezen waar ze willen lopen. Veel buitenkonijnen vinden sneeuw best leuk. Ze zullen zelf hun hok weer in gaan als ze het te koud krijgen.

Controleer het drinkwater tenminste twee keer per dag en vervang het zodat het niet bevriest. Drinkflesjes zijn met vorst minder handig, omdat het drinktuitje snel vastvriest. Een waterbak in het binnenhok bevriest minder snel.

Neem buitenkonijnen ’s winters niet steeds mee naar binnen; konijnen kunnen namelijk slecht tegen temperatuurwisselingen.

Cavia’s

Voor cavia’s ligt de optimale omgevingstemperatuur tussen de 18 en 21oC, maar eventueel kunnen cavia’s ook buiten gehuisvest worden. Hierbij is het belangrijk dat cavia’s die voorheen binnen gehuisvest waren in het voorjaar naar buiten gaan. De overgang van de binnen- naar de buitentemperatuur is dan zo klein mogelijk.

Cavia’s kunnen zich beter warm houden als er meerdere dieren bij elkaar zitten: de beste combinaties zijn die van vrouwtjes met eventueel één (gecastreerd) mannetje.

Het hok moet wind- en waterdicht zijn en op de bodem moet een dikke laag bodembedekking liggen. Als het een paar dagen vriest, is het verstandig het hok in een iets minder koude omgeving, bijvoorbeeld een schuur, te zetten. Maar zet het hok niet binnenshuis, dat is een te grote overgang!

Zorg ervoor dat het drinkwater niet bevriest door het vaak te verversen.